De speler zet in, in het midden van de cirkel. De dealer geeft iedere speler twee kaarten, beide zichtbaar, en zichzelf ook twee, een zichtbaar en een omgedraaid. Heren, Vrouwen, Boeren en 10en tellen elk als 10. Een Aas telt als 1 of 11, naar gelang de speler het wenst. De overige kaarten, 2 tot 9, tellen naar waarde.
Als de eerste twee kaarten die de speler trekt een Aas en een 10-waardige kaart zijn, heeft de speler Blackjack en verdient anderhalve keer de inzet, tenzij de dealer ook Blackjack heeft. De speler die geen Blackjack heeft, mag voort kaarten trekken om te proberen zo dicht mogelijk tot 21 te geraken zonder 21 te overschrijden. In geval hij/zij dat toch doet, wordt hij/zij "gebroken" en verliest de speler.
Bij alle totalen van 16 of minder moet de dealer een bijkomende kaart trekken (hit). Bij 17 of meer mag de dealer dat niet (stay).
BLACKJACK TERMINOLOGIE
HIT
Een bijkomende kaart trekken.
STAY
Geen bijkomende kaarten trekken.
SPLIT
The speler verdubbelt de oorspronkelijke inzet en verdeelt de eerste twee kaarten in twee. Deze twee kaarten moeten van gelijke puntwaarde zijn (zoals een paar 8en, Heren, Vrouwen, enzovoort.) In deze twee aparte beurten tellen een Aas en een 10 samen voor "21" en niet Blackjack.
DOUBLE DOWN
De speler verdubbelt de oorpronkelijke inzet (of double down voor minder) op de eerste twee kaarten die uitgedeeld worden en krijgt slechts een bijkomende kaart. Double down weddenschappen zijn niet toegelaten bij Blackjack.
INSURANCE
Als de zichtbare kaart van de dealer een Aas is, kan de speler een verzekering (insurance) kopen, voor een bedrag gelijk aan de helft van de oorspronkelijke inzet van de speler. De speler kan een verzekering kopen als hij/zij denkt dat de omgedraaide kaart van de waarde 10 heeft. Als de dealer blackjack heeft, dan betaalt de verzekering uit 2 tegen 1. Als de dealer geen Blackjack heeft, dan verliest deze verzekering en het spel gaat gewoon voort. Een Blackjack verslaat een puntentotaal van "21".
|